Meensel-Kiezegem anno 1944

Een Belgische gemeente in hartje Hageland met ca. 900 inwoners. Twee parochies met tegenstellingen in aard en dialect tussen de inwoners van beide leefgemeenschappen. Er werd tijdens de oorlog gecollaboreerd en er waren mensen bij het verzet. Iedereen kende iedereen en er heerste onder de dorpelingen een soort gewapende vrede. “Zwarten” en “witten” dronken pinten in de cafés en op de buurtkermis. Ze lieten elkaar met rust.

In het zicht van de nakende bevrijding, werd op zondag 30 juli 1944 op het grondgebied Meensel, nabij de grens met Binkom, Gaston Merckx door drie onbekenden doodgeschoten. Gaston Merckx was samen met drie vrienden te voet op weg naar een naburige dorpskermis. Hij was één van de zonen van een pro-Duitse familie die een grote hoeve uitbaatte in de dorpskom van Kiezegem en was een gewezen lid van de collaborerende Fabriekswacht (bewaking van Duitse vliegvelden en militaire installaties).

De moeder van Gaston eiste als wraak honderd gijzelaars voor de dood van haar zoon. Tot dan was de kleine Hagelandse gemeente, Meensel-Kiezegem, gespaard gebleven van alle oorlogsonheil maar weldra zou het geweld ongenadig toeslaan. In de vroege ochtend van 1 augustus 1944 vielen Duitsers en Gestapoleden het dorp binnen voor een eerste brutale en bloedige vergeldingsactie. De dorpskern van Meensel en de Vrankenberg waren het mikpunt van hun moordend optreden.

Maar het ergste moest nog komen …

Op vrijdag 11 augustus was er een tweede vergeldingsactie. Vanaf 4 uur ’s morgens werd de gemeente volledig van de buitenwereld afgesloten. 350 Duitsers en Gestapoleden hadden het dorp omsingeld, het ging om mannen van het Sicherheitskorps, twee afdelingen van de Vlaamse SS, 50 Duitse Feldgendarmen en een groep van de Vlaamse Wachtbrigade. Zij stonden onder leiding van de
Vlaamse SS-ers Verbelen, Van Dijck en de Duitse SS-er Höfle. Gewapend met geweren en revolvers en mitrailleurs vormden ze drie gevechtsgroepen van elk honderd man.

De trieste balans van beide vergeldingsacties was verbijsterend: 4 mensen werden ter plekke vermoord, 63 inwoners stierven in concentratiekampen en 28 gijzelaars overleefden de tragedie: 8 keerden terug uit de kampen, 7 uit de gevangenis van Leuven en 13 werden bevrijd uit de “spooktrein”.

Herinneringsoorden

Om niet te vergeten en het verleden levendig te houden werd in 1947 te Meensel een ere-kerkhof en in Kiezegem een monument opgericht waar de geschiedenis op een bijzondere manier verankerd is en om de bezoeker te betrekken bij de gebeurtenissen die zich vroeger hebben afgespeeld.

Monument in Kiezegem

Twee treden geven toegang tot een verhoog waarop als achtergrond de gedenksteen in arduin is opgetrokken. Dit monument bestaat uit drie delen. Het middenstuk dat in ‘ogiefvorm’ eindigt en twee zijstukken waarop de foto’s en de namen met geboorte-en sterfdatum van de slachtoffers werden aangebracht. Daarbij ook de foto en naam van Jos Broos die als soldaat in mei 1940 sneuvelde aan de spoorwegbrug te Kessel-Lo en ook een graf heeft op het erekerkhof van Vlierbeek-Kessel-Lo. Langs de beide zijkanten werden de foto’s en de namen aangebracht van de politieke gevangenen die zijn weergekeerd.

In de grafkelder die zich onder de voorgrond bevindt werden de lichamen bijgezet van Jozef Debruyn en Jozef Pijpen. De teruggekeerde Petrus Pittomvils werd later bijgezet. Op de linkerzijde herinnert een marmeren plaatje met koningskroon en datum aan het bezoek dat wijlen koning Boudewijn aan de gemeente heeft gebracht in 1984. In het midden voor de zuil werd ter gelegenheid van de 50ste herdenking in 1994 door de ‘Vriendenkring Neuengamme’ een urne geplaatst met aarde uit het KZ Neuengamme.

Eén van de lege plaatsen op het kerkhof van Kiezegem is het graf van Gaston Merckx die op 30 juli 1944 werd neergeschoten.